Een correcte
voorbehandeling van het aluminium garandeert een optimale bescherming na
het poederlakken. Het zorgt niet alleen voor een betere hechting van de
poedercoating, het voorkomt ook filliforme corrosie. Het gepoedercoate
aluminium van FenekO Group voldoet aan de hoogste eisen.
FenekO Group hanteert een beitsafdracht van minimum 2gr/m² (deze procedure is gelijk aan Seaside Quality A). Bij een standaard beitsproces wordt slechts 1gr/m2 verwijderd van het bovenmateriaal.
In een eerste bad wordt met een zuur het aluminium gebeitst en ontvet. Dit gebeurt gedurende 20 minuten op een constante temperatuur van 35° Celsius om de werking maximaal te laten verlopen. Hiermee wordt de natuurlijke oxidehuid weg gebeitst zodat het bovenste laagje van het materiaal verwijderd wordt waarin zich de meeste verontreinigingen bevinden.
In de daaropvolgende baden wordt het aluminium grondig gespoeld. Het water wordt gecontroleerd op de geleidbaarheid ( uitgedrukt in microsiemens). Hoe lager het getal, hoe zuiverder het water hoe minder onzuiverheden er op het materiaal achter blijven.
In het voorlaatste bad wordt een chroomvrij, titanium conversielaag of passivatielaag (= anticorrosielaag) aangebracht. Deze extra bewerking zorgt voor een betere hechting van de poederlak en voorkomt filiforme corrosie. Deze laag biedt tegelijkertijd uit zichzelf al een belangrijk betere corrosieweerstand.
Het laatste van deze reeks spoelbaden is gevuld met demiwater. Demiwater(of osmosewater) is gedemineraliseerd water waaruit alle zouten verwijderd zijn.
Na een laatste maal spoelen wordt het aluminium gedroogd in de droogoven of –stoof.
Filiforme corrosie duiden voornamelijk op verontreiniging van de buitenste laag van het aluminium. De aantasting wordt opgewekt door een combinatie van zuurstof en vocht, gepaard met de aanwezigheid van een belastend milieu. Vooral aluminium in kustgebieden is extra gevoelig voor deze aantasting. De aantasting vindt plaats rondom kwetsbare plekken op het materiaal, waar de beschermende coating of laklaag dunner of afwezig is (zaagkanten, boor- of stansgaten, …). Of daar waar beschadigingen in het lakoppervlak aanwezig zijn.
Door met een elektrode de poederdeeltjes een positieve lading te geven ontstaat tussen het pistool en het aluminium een zogenaamd magnetisch veld. Zodra de poederdeeltjes het pistool verlaten hebben, beginnen ze richting het geaarde aluminium te bewegen. Ze volgen hierbij vaste lijnen (veldlijnen genaamd). Na het doorlopen van het magnetisch veld komen de poederdeeltjes op het product terecht en hechten ze zich op de plaats waar de veldlijn eindigt.
Kennis en ervaring spelen een zeer grote rol in het correct afstellen van de installatie en de praktische uitvoering van het poedercoaten. De doelstelling is om op het aluminium oppervlak een gelijkmatige verdeling te verkrijgen van de coating met overal dezelfde lakdikte. Verschillende vormen en verschillende poedertypes vereisen verschillende instellingen.
Op het geaarde aluminium bevinden zich niet overal evenveel veldlijnen (zie afbeelding het Faraday effect). De meeste bevinden zich op de buitenste hoeken van het product. Op de vlakke stukken bevinden zich minder veldlijnen en in de binnenste hoeken het minst. Daardoor komt er op de buitenste hoeken het meeste poeder terecht, en is het vaak moeilijk om in holle ruimtes en hoeken te coaten. Door middel van de juiste instellingen van apparatuur kan dit fenomeen worden verminderd, maar helemaal voorkomen is onmogelijk. Vandaar dat er vaak handmatig bijgespoten wordt om deze plaatsen toch goed te bedekken.
Onze diktelaag van de coating bevindt zich tussen de 60 en 90 micron. FenekO Group biedt in principe geen laagdikte van >90 mu aan. De belangrijkste reden is dat een dikkere laag geen oplossing of meerwaarde biedt tegen filiforme corrosie. Kies altijd voor een Seaside Quality A poederlakbehandeling om dit te voorkomen.
Na het poederlakken gaat het aluminium naar de moffeloven. Dankzij het moffelen, waarbij het gecoate stuk in een moffeloven gedurende een vastgestelde tijd en tegen een welbepaalde temperatuur gesmolten wordt, ontstaat een verflaag die sterker is en minder snel beschadigd dan een gewone natlaklaag.
Poederlak heeft een minimum tijd nodig om uit te harden. FenekO Group hanteert een constante temperatuur van 195° Celsius. De verblijftijden in de moffeloven zijn afhankelijk van de dikte van het materiaal. Er dient steeds op gelet te worden dat de massa-materiaal overal voldoende en dezelfde temperatuur heeft om overal de perfecte hechting te verkrijgen.
Om een constante kwaliteit te kunnen garanderen is het noodzakelijk om frequent controles uit te voeren.
FenekO voert volgende controles uit:
Naast deze controles worden corrosietesten uitgevoerd om verschillende oppervlaktebehandelingen met elkaar te kunnen vergelijken.
Daarom laat FenekO Group door een externe onafhankelijke firma tweewekelijkszoutneveltesten (op 1000uur) uitvoeren op het gelakt plaatwerk. Deze testen bootsen de impact van verschillende corrosieve klimaten na (zoals bijvoorbeeld maritieme klimaten).
FenekO Group laat nu ook Seaside testen uitvoeren op het gelakt aluminium. Deze zijn vergelijkbaar met de zoutneveltesten, maar zijn nog meer uitgebreid.